Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen geschiedde het woord des HEEREN tot [1]Jehu, den zoon van [2]Hanani, tegen Baesa, zeggende: 1. Van deze profeet leest men ook 2 Kron.19:2, en 2 Kron.20:34, en is te onderscheiden van Jehu, die koning van Israel geweest is, onder, hfdst.19 vs.16, en van anderen, die deze naam mede gehad hebben, 1 Kron.2:38, en 1 Kron.12:3. 2. Die mede te onderscheiden is van anderen, die denzelfden naam gehad hebben, 1 Kron.25:4; Ezra 10:20.